Space Goes to School: voor één keer geen taal of rekenen, maar ruimtevaart in de klas

Tientallen ruimtevaartprofessionals bezochten deze week scholen in Nederland voor de allereerste editie van Space Goes to School, een activiteit van ESERO Onderwijs. Ze vertelden scholieren over hun werk en over het belang van ruimtevaart voor onze samenleving.

Twaalf vingers gaan hoog de lucht in. Nieuwsgierige blikken, de leerlingen zitten op het puntje van hun stoel. Wat is het belangrijkste onderdeel van een satelliet, willen ze weten. Kun je bosbranden zien vanuit de ruimte? En hoeveel satellieten draaien eigenlijk rond onze aarde?

Van 6 t/m 12 oktober trokken bijna veertig professionals uit de ruimtevaart het land in voor Space Goes to School, een activiteit van ESERO Onderwijs. Ze bezochten basisscholen, middelbare scholen en mbo-opleidingen om te vertellen over hun werk en de rol die ruimtevaart speelt in ons dagelijks leven.

Rianne Giessen, wetenschappelijk medewerker van het KNMI, vertelde twintig tweedeklassers van het Metis Montessori Lyceum in Amsterdam over de scatterometers waarmee ze vanuit de ruimte wind boven de oceanen meet. ‘Ik wilde de scholieren een kijkje in de keuken van het KNMI geven, laten zien wat wij allemaal met satellietgegevens doen. Hierover krijgen ze in de reguliere lessen natuurlijk niet te horen.’

Vertellen is belangrijk

Uit de verhalen van de professionals blijkt dat ruimtevaart géén ver-van-ons-bedshow is en gaat over veel meer dan raketten, astronauten en de volgende missie naar de maan. Zo ontdekken scholieren dat we in Nederland elke dag gebruik van ruimtevaart. Heel direct als we navigeren, sportwedstrijden live op televisie kijken of het weerbericht checken. En indirect, omdat satellieten onze dijken bewaken, de luchtkwaliteit onderzoeken, precisielandbouw mogelijk maken en nog heel veel meer.

Om al die toepassingen mogelijk te maken, en ook om wetenschappelijk onderzoek te doen in de ruimte, moeten satellieten ontwikkeld, gebouwd en getest worden. Daarover vertelde Alessandro Atzei, payload manager van de ESA-missie Envision op basisschool Oranje Nassau in Badhoevedorp. ‘ESA wordt betaald van publiek geld, dan is het belangrijk om aan het publiek te vertellen wat je doet, ook aan jongeren’, zegt Atzei na afloop van zijn verhaal. ‘De scholieren die ik in de klas had waren erg enthousiast over het onderwerp. Ik kreeg heel veel nieuwsgierige vragen.’

 

Technici nodig in toekomst

Ook directielid Joost Carpay van het NSO kreeg meer dan twintig vragen op zich afgevuurd van de groepen vijf en zes van basisschool De Klaverweide in Noordwijk. In de aula van de school hingen ruim honderd leerlingen aan zijn lippen, toen hij vertelde over de allereerste lancering van de Ariane 6 raket, die hij met eigen ogen heeft gezien. Verrast waren ze, toen ze ontdekten dat ook Buienrader en het Jeugdjournaal volop gebruikmaken van satellieten in de ruimte.

‘Prachtig om te doen’, omschrijft Carpay zijn allereerste ‘optreden’ op een basisschool. ‘Ik wilde laten zien hoe belangrijk ruimtevaart is voor ons allemaal. En ik wil jongeren enthousiast maken voor techniek. Want in de toekomst hebben we veel goede technici nodig om onze samenleving – onder meer met behulp van ruimtevaart – veilig, weerbaar en welvarend te houden.’

 

Meer informatie

Space Goes to School is een activiteit van ESERO Onderwijs in de Nederlandse Space Week (6 t/m 12 oktober). ESERO Onderwijs is een initiatief van de Europese Ruimtevaart Organisatie (ESA), gefinancierd door de ESA en het NSO en uitgevoerd door het NSO.