Waarom komt de wind in Nederland meestal uit het zuidwesten? Waarom is het in de Sahara warm en droog, terwijl het in Brazilië warm en veel natter is? Waarom komen orkanen bijna alleen maar voor in het Caribische gebied en Oost-Azië? De leerlingen maken kennis met de twee processen die aan deze fenomenen ten grondslag liggen: convectie en het Corioliseffect.